Groene stroom

Rudo de Ruijter, 
Onafhankelijk onderzoeker,
Nederland

Woord vooraf

Sinds 2006 hebben de Verenigde Naties veel gedaan om wereldwijd paniek te zaaien over CO2. De boodschap werd verspreid door een politicus uit de VS, Al Gore, die zijn verhaal maar gelijk als "truth" (waarheid) bracht. [1]

Die campagne stond destijds in nauwe verbinding met gezamenlijk plannen van de kernwapenlanden USA, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland om kernenergie (= CO2-vrij) te promoten en te trachten de exclusieve leveranciers van verrijkt uranium te worden. Op deze manier zouden alle andere landen afhankelijk worden van deze kernwapenlanden. Die plannen heetten de Multilateral Nuclear Approach van 2005 en het Global Nuclear Energy Partnership van 2006. (Zie Overval op de nucleaire brandstofmarkt.) Van deze samenwerking lijkt nu niet veel meer over. De boodschap, dat CO2de boosdoener is van de klimaatverandering, is gebleven.

De klimaat-conclusies van Al Gore van 2006 zijn gebaseerd op vooringenomen standpunten. In zijn presentaties werden historische data over CO2 en temperatuur voorzien van gewenste interpretaties en de metingen die al te opvallend in strijd waren met zijn beweringen werden botweg gecensureerd. (Zie De hockeystick fraude, Feiten en leugens over het klimaat III.)

Het is dus niet zo verwonderlijk, dat de klimaatdoelstellingen die vervolgens geformuleerd zijn en de manier waarop politici die zeggen te zullen bereiken, ook weinig van doen hebben met gezond verstand of wetenschap. Het huidige beleid houdt juist de grote vervuilers in stand. Van een echte overstap op duurzame energie is nog steeds geen sprake. Wordt ons over enkele jaren dan toch nog kernenergie als onvermijdelijke oplossing opgedrongen?

In de EU gaat de uitbreiding van kernenergie onverminderd verder, ondanks de uitstap die de Duitse burgers in hun land hebben weten te bewerkstelligen. De EU organiseert de expansie van kernenergie in eerste instantie in landen waar de burgers nauwelijks weerstand tonen, zoals in Bulgarije, Roemenië, Tjechië, Hongarije en Finland. Maar volgens plannen moet ook Nederland zijn nucleaire capaciteit uitbreiden en vóór 2030 maar liefst 6 keer zo veel als nu kunnen produceren! Volgens de plannen uit 2012 moeten ook Spanje en het Verenigd Koninkrijk tussen 2020 en 2030 hun capaciteit flink uitbreiden, als ook Ukraïne waarmee de EU, in de schaduw van de eerder genoemde Multilateral Nuclear Approach, al op 1 december 2005 een samenwerkingsaccoord heeft gesloten.

Afgezien van Duitsland, die uit de kernenergie stapt, verwachtten nucleaire producenten vóór 2030 hun capaciteit te vergroten:
Nederland (+ 515%), Bulgarije (+200%), Finland (+170%), Tjechië (+53%), Hongarije (+ 49%), Spanje (+32%), Verenigd Koninkrijk (+28%). Polen en Litauen worden nieuwe nucleaire producenten. De totale nucleaire capaciteit blijft toenemen. 
[2]

 

Kennelijk vinden onze beleidsmakers kernenergie nog steeds een verantwoorde keus, ook na de rampen in Tjernobyl op 26 april 1986 en in Fukushima op 11 maart 2011. Zij vinden het ook prima, dat we ons nageslacht voor duizenden jaren opzadelen met ons kernafval.

Gebrekkige informatievoorziening

Door sterk teruggelopen inkomsten hebben de nieuwsmedia veel te weinig middelen voor uitvoerig en gedegen onderzoek. Af en toe lukt het nog om wat details uit te pluizen, de rest gaat als ongecheckte waarheid de geschiedenis in. Daarom ben ik heel erg blij met de samenvatting van enkele details over groene stroom van Arjen Lubach, in zijn satirische programma 'Zondag met Lubach', dat op 4 februari 2018 door de VPRO werd uitgezonden. [3]

Groene stroom met Arjen Lubach

De term groene stroom doet denken aan stroom van windmolens en zonnepanelen. 69% van de (Nederlandse) consumenten neemt groene stroom af. [4] Het distributienetwerk is echter een gezamenlijk netwerk, waarin alle stroom van verschillende energiebronnen bij elkaar komen. [5] In Nederland wordt veel minder groene stroom geproduceerd dan er verkocht wordt. Nederlandse stroomaanbieders kopen etiketten (certificaten) van groene stroom in het buitenland en plakken die op hun grijze stroom om die als groene stroom te verkopen. [6] Topleverancier van groenestroometiketten is nu Italië. [7] Zonder deze buitenlandse etiketten heeft Nederland maar 21% groene stroom. En als we niet alleen naar stroom, maar naar ons totale energieverbruik kijken, is maar 6% groen. Meer dan de helft daarvan komt uit de verbranding van biomassa. Die verbranding wordt als CO2-neutraal aangemerkt. Maar er is één probleem: "Een bos groeit heel erg langzaam en onze centrales verbranden heel erg snel" [8] Brandhout stoot bovendien meer CO2 uit dan aardgas en dan steenkool.

 

Maar voormalig minister Kamp, kan precies uitleggen waarom biomassa toch 100 % duurzaam is. "Dat het duurzame energie is, dat is geen discussiepunt." Interviewer: "Dat is een definitie die omstreden is." Kamp: "Nee, die definitie is niet omstreden, want die is gewoon vastgesteld door de Europese Commissie." [9]

Arjen besluit:  "De echte groene stroom uit windmolens en zonnepanelen en zo is maar 2,2% van alle energie die we verbruiken."

Het negatieve effect van de Certificaten van Oorsprong

Nederlandse energiebedrijven kopen dus Certificaten van Oorsprong bij Italiaanse, Deense, Noorse, Spaanse en Franse bedrijven en gebruiken die vervolgens om vuile stroom van een groen etiket te voorzien.

In 2016 werd de Nederlandse elektriciteit geproduceerd uit:
aardgas (45%),  kolen (28%), overig fossiel (10%), nucleair (4%), wind (7%), biomassa (4%), zon (1,3%) en water (0,08%). 
[10]

Die buitenlandse etiketten kosten bijna niets. De leverancier is er nog geen euro per huishouden per jaar aan kwijt. [11] De onzinnigheid van dit systeem is, dat de producenten van grijze stroom dank zij de buitenlandse etiketten juist niet hoeven te investeren in de productie van groene stroom.

Het basis-idee achter dit certificatensysteem is, dat de kostprijs van groene stroom meestal hoger is dan van grijze stroom. Om te kunnen concurreren met grijze stroom moeten de producenten van groene stroom daarom een extra beloning krijgen. Die beloning bestaat uit certificaten, één certificaat per opgewekte GWh (Giga-Watt-uur). Deze certificaten hebben echter alleen waarde voor zover ze door producenten van grijze stroom opgekocht worden om hun grijze stroom van een groen etiket te voorzien. Daarvoor moet de productie van grijze stroom dus behouden blijven, anders zijn de certificaten niets meer waard. De opbrengst van de certificaten wordt bepaald door vraag en aanbod. Bij een over-aanbod zakken de koersen totaal in. Dat is de situatie nu.

Met dit systeem kan men alleen in groene stroom investeren op plaatsen waar de kostprijs laag genoeg ligt om met grijze stroom te concurreren, zoals bijvoorbeeld bij zonne-energie in Italië. Fijn voor de Italianen, maar wat hebben wij er in Nederland aan? Helemaal niets, in tegendeel. Elke uitbreiding van groene stroom maakt de certificaten minder waard en belemmert verdere uitbreiding. En bestaande producenten van grijze stroom krijgen geen enkele prikkel om over te schakelen op groenere energiebronnen.

Emissierechten

Stroomproducenten zijn vervuilend voor het milieu en stoten broeikasgassen uit. In het verdrag van Kyoto van 1997 (dat 16 februari 2003 in werking trad) worden uitstoot-reducties voorgesteld. Maar ook hier mogen de vervuilers in het buitenland emissierechten opkopen en hoeven zo niet te investeren in maatregelen om hun eigen vervuiling terug te dringen. In de EU worden deze rechten sinds 2005 verhandeld via het European Union Emissions Trading System. En net zo als bij de Garanties van Oorsprong is ook hier is sprake van een overvloed aan certificaten, zodat de vervuilers ze spotgoedkoop kunnen kopen. Verder heeft de Europese Commissie het verbranden van bio-massa duurzaam verklaard, waardoor deze kwalijke vorm van stroom opwekken nu groene stroom levert.

Arjen Lubach citeert uit een uitzending van AVROTROS [12]: "Nederland heeft niet genoeg hout. En dus halen we het uit Amerika. In de Verenigde Staten worden bossen in rap tempo gekapt. De bomen gaan door de versnipperaar en worden samengeperst tot pellets. Deze grove korrels gaan per schip naar Nederland en belanden in de ovens van de kolencentrales."

Ook Nederlandse natuurbeheerders bezien nu de waarde van het onderhout wat minder ecologisch. In de bossen bij ons in de buurt is nauwelijks nog een struik of gevallen tak te vinden. Waar vorig jaar nog volop takken lagen en struikgewas groeide, is het bos nu kaal. De biotopen voor vogels, reeën, zwijnen en ontelbare kleine dieren worden opgeofferd voor de waanzin van de CO2-neutrale verbranding van biomassa.