Ridder van het Gulden Vlies

Op 16 januari 1556 droeg Karel V het koningschap van Spanje definitief aan Filips over, met zijn bezittingen in Zuid-Italië en de koloniën in Amerika en Azië. Filips II trachtte nadrukkelijk Willem van Oranje aan zich te binden. Op 30 januari 1556 werd Willem ridder in de Orde van het Gulden Vlies. De ridders verplichtten zich het 'ware geloof' tot elke prijs te verdedigen. Een juridisch voorrecht was dat leden alleen door de orde zelf voor eventuele misdaden berecht konden worden. 'Geen rechtbank, wereldlijke of kerkelijke overheid had nog vat op de vliesridders; zij regelden, onder leiding van de vorst, onderling hun zaken, En de leden moesten beloven te leven volgens de strikt katholieke rite, met dagelijks misbezoek.'
 
Op 24 maart 1558 stierf Willems echtgenote Anna, na koorts en een 'zware en wonderlijke zwaarmoedigheid', zoals de vermaarde Leuvense medicus Andreas Vesalius aan hem schreef. Op 7 februari 1556 was hun derde kind geboren, Maria, maar na augustus 1555 was hun eerste dochter met dezelfde naam overleden. Willem moest zijn verblijf in Frankfurt, tijdens de rijksdag, waarbij Ferdinand, de broer van Karel V, tot keizer werd benoemd, voortijdig afbreken. Op 21 september 1558 overleed Karel V in Yuste, enkele weken later overleed diens zuster Maria van Hongarije, 'kort nadat ze zich had laten overhalen in de Nederlanden nog enige tijd als landvoogdes op te treden.' Op 17 november stierf Maria Tudor, de echtgenote van Filips II. 
In 1557 nam Willem zijn broer Lodewijk (1538-1574) onder zijn hoede en in 1558 ging hij deel uitmaken van Willems hof. Hij zou Willem veel vergezellen en zich later ook tot belangrijk diplomaat ontwikkelen, met name in onderhandelingen met Franse hugenoten