Eerder in deze coronatijd interviewde Robijn Tilanus emeritus hoogleraar Menno Jan Bouma voor oost-online over aerosolen. Dat interview is inmiddels vierhonderdduizend maal gelezen. Dit keer praat Robijn Tilanus met hem over de griepprik, vaccinatie en ons afweersysteem, en over een nieuw begrip: ‘microvaccinatie’.
Robijn Tilanus
Arts, epidemioloog en emeritus hoogleraar Menno Jan Bouma woonde jarenlang in Oost. Hij gaf college op de Tropeninstituten van Amsterdam Oost en Londen. Hij woont nu in Ierland, maar komt nog graag en regelmatig in Oost. Hij werkte jarenlang voor Artsen Zonder Grenzen, was vaccinatiearts en huisarts, en deed onderzoek naar de verspreiding van infectieziekten.
Het is herfst. De tijd dat veel mensen een griepprik nemen. Jij hebt ook gewerkt als vaccinatiearts. Wat is precies het principe van vaccineren? Hoe werkt het?
Vaccinatie werkt volgens de principes van ‘Ken uw vijand’ en ‘Waar je niet aan doodgaat maakt je sterker’. Een gezond iemand wordt in contact gebracht met een klein beetje entstof. Die entstof bestaat uit het hele virus (in verzwakte of geïnactiveerde vorm), of uit stukjes van het virus (meestal stukjes van de buitenkant van het virus). Dat kleine beetje entstof is te weinig om je ziek te maken. Maar je lichaam leert het virus daardoor wél kennen! En daardoor kan je afweersysteem veel beter en doeltreffender te werk gaan.
Leg dat eens uit.
Ons afweersysteem bestaat grofweg uit twee delen: een algemeen deel en een specifiek deel. Met het algemene deel pak je het hele spectrum aan virussen en andere ziektekiemen zo goed mogelijk aan. Met het specifieke deel kun je één bepaald virus keihard aanpakken. Je maakt dan ‘antistoffen’ en ‘afweercellen’ aan tegen dat specifieke virus. Je maakt ook ‘geheugencellen’ aan: als antistoffen en afweercellen niet meer nodig zijn en langzaam verdwijnen, kunnen geheugencellen snel weer antistoffen en afweercellen aanmaken als dat opeens nodig is.
Het algemene deel zou je kunnen vergelijken met het schieten met een schot hagel naar de vijandelijke troepen. Het specifieke deel kun je vergelijken met scherpschutters: zij pakken heel precies hun specifieke doelwit aan. Het algemene deel en het specifieke deel werken samen.
Het specifieke deel van ons afweersysteem kan pas in actie komen als het weet waarop het zich precies moet richten. Pas als het specifieke deel van ons afweersysteem een virus kent, kan het in actie komen om het virus aan te pakken.
Die kennismaking is dus ontzettend belangrijk.
Inderdaad. Het is de essentie van vaccineren: je lichaam laten kennismaken met het virus, zodat je specifieke afweersysteem in actie kan komen en antistoffen, afweercellen en geheugencellen gaat maken. Ter aanvulling van je algemene afweersysteem.
Ik heb je wel eens horen zeggen dat mensen en virussen al onvoorstelbaar lang samen zijn. Leg dat eens uit.
Klopt! Er waren al virussen voordat er mensen waren. We zijn samen met virussen geëvolueerd. Men vermoedt dat virussen een sleutelrol gespeeld hebben bij de evolutie. In één glaasje drinkwater zitten al miljoenen virussen. Verreweg de meeste virussen zijn goedaardig. Verreweg de meeste virussen zijn géén gevaarlijke ‘inbrekers’. Maar sommige virussen kunnen ons ziek maken of zelfs laten sterven, vooral als ons afweersysteem niet op peil is.
Ik ben benieuwd naar de geschiedenis van onze griepprik en van het inenten.
Vaak wordt het vaccineren voorgesteld als een moderne doorbraak in de geneeskunst. Maar tegen de pokken wordt al honderden en wellicht zelfs duizenden jaren ingeënt. De pokken zijn bijzonder dodelijk en bestaan al heel erg lang. Pokkenlittekens zijn zelfs gevonden op Egyptische mummies. De gewoonte om van de minst ernstig ogende infecties de verpulverde korstjes aan te brengen met een huidkrasje op de bovenarm van een gezond persoon was al lang bekend in het Midden-Oosten, India en Afrika. In China is het gebruik al beschreven in de 12e eeuw. De verpulverde korstjes werden daar aangebracht als poeder in de neus. Deze manier van inenten noemde men later ‘varioleren’ (van variola = pokken).
Ik dacht dat Jenner de uitvinder van het inenten was…
In de 18e eeuw werd de gewoonte van het varioleren uit Turkije naar Engeland geïmporteerd, dankzij Mary Wortley Montagu. Ook in Amerika ging men varioleren: daar leerden Amerikaanse artsen het van Afrikaanse slaven.
Jenner was een Engelse arts, die als kind gevarioleerd was en zijn patienten varioleerde. Hij selecteerde een minder gevaarlijke pokkenvariant van koeien om mee in te enten. Hij kon laten zien dat die beschermde tegen de ernstige variant, en hij beschreef zijn bevindingen op een wetenschappelijke manier. Vervolgens lukte het hem om de regeringen van de meeste Westerse landen van het nut van inenten te overtuigen. Zo maakte hij het inenten groot in de Westerse wereld. Sinds zijn tijd spreekt men over ‘vaccineren’ (van vacca = koe).
En hoe is de geschiedenis van ziektepreventie door vaccineren toen verder gegaan?
De 19e eeuw was de eeuw van de grote cholera pandemieën. Aanvankelijk was het niet duidelijk of die te maken hadden met slecht drinkwater of met het ontbreken van riolering. Beide werden aangepakt in Europa. En cholera verdween. En met de cholera vele andere infectieziekten. De levensverwachting steeg sterk door deze vorm van ziektepreventie: schoon drinkwater en betere behuizing. Daar kwam gezonde voeding bij. Het vaccineren bleef heel lang beperkt tot de preventie van pokken.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de WHO opgericht (de World Health Organisation: de belangrijkste raadgever van ons RIVM en van de RIVM’s van 191 andere landen). De WHO organiseerde in de jaren 70 de wereldwijde vaccinatie tegen pokken, samen met regeringen en nationale laboratoria van vele landen. Aanvankelijk had dat succes, wat leidde tot de uitroeiing van pokken in 1979. Toen kwam de gedachte op om ook andere infectieziekten op grote schaal aan te pakken. De WHO breidde het arsenaal aan vaccinaties flink uit. Veel infectieziekten zijn hierdoor enorm ingedamd.
Fantastisch! En hoe is de situatie nu?
Inmiddels is vrijwel de totale wereldbevolking ingeënt tegen de ‘gemakkelijke’ infectieziekten. Maar wereldwijd gaat de kwaliteit van lucht en voeding helaas weer achteruit. En er zijn op dit moment een kleine miljard mensen zonder veilig drinkwater. Gezond eten is voor veel mensen niet betaalbaar.
In de rijkere landen zijn in de laatste decennia de zorgkosten enorm gestegen, ondanks het afstoten van ziekenhuisbedden en IC-bedden. Ook in Nederland. Hier zijn sinds 2005 zo’n 10.000 bedden verdwenen en toch zijn de zorgkosten explosief gestegen.
Sinds de jaren 80 heeft de commerciële farmaceutische industrie steeds meer grip gekregen op de gezondheidszorg, door privatiseren en promotie van het marktdenken. Ook de productie van vaccins wordt steeds meer aan de commerciële farmaceutische industrie overgelaten.
Je hebt het over ‘gemakkelijke’ infectieziekten. Wat bedoel je daarmee?
De mogelijkheid om een vaccin voor een ziekte te vinden, varieert enorm van ziekte tot ziekte. Voor alle ‘gemakkelijke’ ziekten hebben we inmiddels een vaccin: difterie, kinkhoest, polio, rode hond, mazelen, pokken en de bof.
En de ‘moeilijke’ ziekten, wat maakt het zo moeilijk om daar een vaccin voor te vinden?
Neem als voorbeeld AIDS. We proberen al dertig jaar om daar een vaccin voor te vinden. Maar het HIV-virus nestelt zich midden in ons immuunsysteem. Als we kennis maken met dit virus, wordt ons immuunsysteem dus meteen verzwakt. Dat maakt het heel erg moeilijk om deze ziekte aan te pakken met vaccineren. Gelukkig zijn er inmiddels wél medicijnen ontwikkeld tegen deze ziekte.
En andere ‘moeilijke’ ziekten?
Een ander voorbeeld is malaria. De ziekteverwekker van malaria muteert voortdurend: hij verandert om de paar weken nét een tikkeltje van genetisch materiaal. Dat doet hij zelfs binnen je lichaam. Dan heb je net antistoffen gemaakt tegen de ziekteverwekker, maar dan zijn die een tijdje later al nutteloos geworden omdat de ziekteverwekker veranderd is! Je maakt vervolgens nieuwe antistoffen tegen de nieuwe, veranderde ziekteverwekker: ook die zijn na korte tijd al niet meer werkzaam. Zo kan je lichaam uiteindelijk uitgeput raken, van het keer op keer aanmaken van nutteloze antistoffen.
Dat is ook het probleem bij een vaccin tegen malaria. We zijn al zestig jaar bezig om dat te vinden. Dat heeft bij elkaar vele miljarden gekost. Maar een vaccin tegen malaria zal na een paar maanden al minder werkzaam zijn, omdat de ziekteverwekker in die tijd alweer veranderd kan zijn.
Toch hoor ik dat er deze zomer een vaccin tegen malaria gevonden is.
Ja, met de regelmaat van de klok hoor je dat er een vaccin is tegen malaria. Dat is dan altijd groot nieuws, en de media besteden er uitgebreid aandacht aan. Maar het valt altijd tegen. Het beste vaccin dat er nu is tegen malaria, beschermt je nu enigszins voor een aantal maanden. Het kan een oplossing zijn voor toeristen en militairen die slechts enkele maanden in een malaria-gebied verblijven. Maar voor de bevolking ter plekke heeft het weinig waarde.
En hoe zit het met de griep?
Ook het griepvirus muteert voortdurend. Gelukkig in een minder hoog tempo dan de ziekteverwekker van malaria. Maar elke winter dient zich wel weer een nieuwe variant van het griepvirus aan.
Nogal wat mensen nemen nu elk jaar een griepprik. Helaas werkt de griepprik heel erg matig. Bij jongeren biedt de griepprik ongeveer 70 procent bescherming. Maar de griepprik is vooral voor ouderen bedoeld, en bij ouderen is het afweersysteem niet meer zo actief: als je dat een vaccin aanbiedt, dan reageert dat afweersysteem minder actief met het aanmaken van antistoffen, afweercellen en geheugencellen. Daardoor werken vaccins bij ouderen gemiddeld twee keer zo slecht als bij jongeren. Dat betekent dat de griepprik bij slechts 35 procent van de ouderen bescherming biedt, ongeveer één op de drie.
Bovendien werkt de griepprik alleen maar als er de juiste voorspellingen zijn gemaakt voor de varianten van het griepvirus die de ronde doen. Elk jaar doen er namelijk nogal wat verschillende varianten van het griepvirus de ronde. Men kiest elk jaar een paar varianten en maakt daar de griepprik van. Als de juiste variant daar niet bij zit, biedt de griepprik geen bescherming, noch bij ouderen, noch bij jongeren.
In 2018 hadden we bijvoorbeeld een flinke griepepidemie in ons land. Toen zijn pakweg 9.000 mensen overleden. Een zeer groot deel van de overledenen had wél de griepprik gehad. In een Zembla-reportage van 2010 zegt het RIVM dat het effect van de griepprik te rooskleurig wordt voorgesteld en dat dit vaccin te wensen overlaat. En meta-studies (een soort samenvatting van alle goed opgezette studies) maken dat je als nieuwsgierig arts wel gaat twijfelen of het juist is de prik aan te bevelen aan je patiënten. Toch geven we de prik al zo’n vijftig of zestig jaar: het is er een beetje ingeslopen…
Maar voor de griepprik geldt toch: baat het niet – het schaadt ook niet?
Aan élke vaccinatie kleven risico’s. Ook aan het nemen van de griepprik. En er is geopperd dat voor sommige mensen die in aanraking komen met een andere variant van het griepvirus, de griepprik een averechts effect kan hebben: een verhaal dat je als huisarts niet zelden van je patiënten hoort. De jaarlijkse griepprik kost huisartsen veel tijd, en kost de zorg miljoenen euro’s. Die tijd en dat geld had ook ánders besteed kunnen worden. Het is de vraag of de kosten en de baten in het geval van de griepprik genuanceerd tegen elkaar afgewogen worden.
De meeste huisartsen bieden de griepprik aan hun patiënten in de kwetsbare leeftijd aan…
Klopt. Maar ik ken ook huisartsen die twijfels hebben over de positieve effecten van de griepprik, en hem tóch aan hun patiënten aanbieden.
Dat klinkt heel raar! Sorry, Menno, maar ik geloof je niet. Waarom zouden huisartsen dat doen? Ze worden toch niet gedwongen?
Gedwongen niet. Maar wel flink gestimuleerd. Kijk, elk jaar sterven er mensen aan de griep. Het aantal mensen dat met of zonder griepprik sterft, ontloopt elkaar niet zoveel. Zowel mét als zonder de griepprik kunnen mensen overlijden. Als een van jouw patiënten overlijdt die jij als huisarts de griepprik hebt aangeboden, dan heeft dat geen gevolgen voor jou als arts. Maar als een van jouw patiënten overlijdt en jij hebt als huisarts níet de griepprik aangeboden, dan kan je als huisarts dood door nalatigheid worden verweten. Dat risico willen veel huisartsen, begrijpelijkerwijs, niet lopen.
Stel dat we géén griepprik nemen: wat kunnen we dán doen om te zorgen dat we de griep niet krijgen?
Ten eerste: frisse lucht, en ten tweede: zorgen dat je afweersysteem op peil is.
Leg dat eens uit?
Kijk, of je ziek wordt of niet, en of je uiteindelijk overlijdt of niet, dat heeft ermee te maken welk van twee ‘legers’ sterker is: het ‘leger’ van het virus, of jouw eigen ‘leger’ (oftewel je afweersysteem). Als het virus aankomt zetten met slechts een paar virusdeeltjes, dan kan jouw afweersysteem dat prima aan. Maar als het virus in één klap aan komt zetten met een enorm leger, ja, dán kan je afweersysteem dat wellicht niet aan.
Het griepvirus is een ‘Vlieger’, zoals ik in ons vorige interview heb uitgelegd. Het verplaatst zich door de lucht, door mee te liften in hele kleine druppeltjes, aerosolen. Net als corona.
Iemand die het griepvirus bij zich draagt, ademt ongemerkt de hele tijd aerosolen uit met het griepvirus erin. Als die persoon zich in de frisse buitenlucht bevindt, of in een ruimte waar flink geventileerd wordt, dan vervliegen de aerosolen heel snel. Maar als die persoon zich in een afgesloten ruimte bevindt, dan verspreiden de aerosolen zich door de hele ruimte en ze kunnen daar urenlang blijven rondzweven. Meestal verdampt het vocht, en daardoor kan de hele lucht vol komen te zitten met zwevende virusdeeltjes. Net als in een kroeg vol sigarettenrook. Als jij zo’n ruimte binnengaat vol rondzwevende virusdeeltjes, en jij blijft lange tijd in die ruimte: dan wordt jouw eigen ‘leger’ (oftewel jouw afweersysteem) als het ware in één klap geconfronteerd met een enorm groot en sterk ‘virusleger’. Daardoor krijgt jouw eigen leger het heel erg moeilijk!
Daarom zeg ik als eerste aanpak tegen het griepvirus: zorg voor frisse lucht. Spreek buiten af, of – als je binnen bent – zorg voor goede ventilatie.
Maar mondkapjes kunnen je daar toch tegen beschermen?
Mondkapjes helpen wellicht een beetje. Maar vergelijk het maar weer met sigarettenrook: als jij een ruimte binnengaat die gevuld is met sigarettenrook, dan gaat die rook al vrij snel dwars door je mondkapje heen. De ramen tegen elkaar open zetten, of buiten afspreken, heeft veel meer effect en beschermt je veel meer dan een mondkapje.
Jouw tweede aanbeveling is: zorg dat je afweersysteem in orde is. We hadden het daar ook al over in ons vorige interview, toen het over corona ging. Zou je nog eens kort willen herhalen wat mensen kunnen doen om te zorgen dat hun afweersysteem op peil is?
Goed slapen, voldoende bewegen en goede voeding. Dagelijks een pil met vitamine C en D helpt ook mee om je afweersysteem op peil te brengen. En zorg voor je mentale gezondheid door ‘vitamine P’ (de P van plezier): doe dingen waar je energie van krijgt en die je leuk vindt, maak muziek, dans, wandel, fiets, ontmoet je vrienden en lach. Lachen is heel goed voor ons afweersysteem.
Klopt het dat we bang moeten zijn voor elk virusdeeltje en ervoor moeten zorgen geen enkel virusdeeltje binnen te krijgen?
Nee, juist niet. Als we dagen, weken of maanden achterelkaar nul komma nul ziektekiemen binnenkrijgen, dan verzwakt je afweersysteem. Vergelijk het maar met een spier die je nooit gebruikt: die verzwakt. Dat krachtige leger van afweercellen en afweerstoffen dat wij allemaal hebben: als dat dagen, weken- of maandenlang achterelkaar niet gebruikt wordt omdat het niet geprikkeld wordt door geen enkele ziektekiem of virus, dan ‘degenereert’ dat leger langzaamaan. Voor je afweersysteem is het heel goed en belangrijk om af en toe iets te doen! Dat houdt je afweersysteem op peil. Het ‘leger’ van jouw afweersysteem wordt als het ware scherp gehouden.
Het is dus slecht om in één klap geconfronteerd te worden met een enorme hoeveelheid virusdeeltjes: dat kan het leger van jouw afweersysteem niet aan. En goed om regelmatig virussen te ontmoeten en om af en toe van een ziekteverwekkend type een super-miniem klein beetje binnen te krijgen: dat houdt het leger van jouw afweersysteem scherp.
Dat klopt.
Dat binnenkrijgen van een super-minieme hoeveelheid virus: klopt het dat je lichaam hierdoor het virus ook leert kennen? Net als bij vaccinatie? Zou je het ‘microvaccinatie’ kunnen noemen?
Ja, dat klopt, en ja, je zou dat ‘microvaccinatie’ kunnen noemen. Microvaccinatie werkt, net als vaccinatie, volgens de principes van ‘Ken uw vijand’ en ‘Waar je niet aan doodgaat, maakt je sterker’. Je leert het virus kennen (het liefst op een plek waar je afweer sterk is, je ‘voordeur’ dus), zodat je specifieke afweersysteem in actie kan komen en antistoffen, afweercellen en geheugencellen kan gaan maken – zonder dat je ziek wordt.
We hebben het nu uitgebreid gehad over de griepprik. Maar in deze corona-tijd ben ik ook wel benieuwd hoe het met corona zit. Kun je daar iets over vertellen?
Jazeker. Meer en meer wordt duidelijk dat corona en griep heel veel op elkaar lijken wat betreft overdracht, risicogroepen en mortaliteit.
In maart 2020 wisten we nog weinig van corona. Toen is, onder leiding van de WHO, vanaf dag één wereldwijd breed ingezet op het vinden van een vaccin voor de ziekte COVID-19. Maar inmiddels is meer en meer duidelijk geworden dat ook het coronavirus muteert, net als het griepvirus. Dat kunnen virologen zien aan de genetische code van corona: daar bestaan op dit moment al vele verschillende vormen van. Tegen welke van die vormen ga je een vaccin ontwikkelen? En als we een vaccin tegen corona vinden, dan zal dat wellicht het volgende jaar niet meer goed werken. Het lijkt dus logischer om COVID-19 aan te pakken met andere maatregelen. Net als bij de griep: frisse lucht (oftewel ventileren), en zorg voor je afweersysteem. Daarnaast zijn er inmiddels ook een paar middelen bekend die prima lijken te werken tegen COVID-19.
Welke middelen?
Hydroxychloroquine (dat de WHO voorstelde in februari 2020), en vitamine D. Beide middelen zijn veilig, effectief en spotgoedkoop omdat er geen patenten op zitten. Helaas is er weinig aandacht voor deze middelen geweest in de wetenschappelijke onderzoeken naar de aanpak van COVID-19. Veel mensen die in het ziekenhuis opgenomen worden met COVID-19 blijken een enorm gebrek aan vitamine D te hebben.
Kan het coronavirus ook aangepakt worden met microvaccinatie?
Ja. Je lichaam maakt dan kennis met een klein beetje van het virus ‘bij de voordeur’: in de neus-, mond- en/of keelholte. Daar is je afweer sterk. En het virus heeft er weinig houvast want er zijn daar weinig receptoren (in tegenstelling tot diep in de longen). Je wordt dan niet ziek – maar je lichaam leert het virus wél kennen en kan antistoffen, afweercellen en geheugencellen aan gaan maken tegen het coronavirus.
Misschien spelen ook de darmen een rol bij microvaccinatie. Als je virusdeeltjes via de mond binnenkrijgt, worden ze in je extreem zure maag beschadigd. De restanten van het virus komen in je darmen terecht. Van die restanten word je niet ziek, maar ze helpen je misschien wél bij de kennismaking met het coronavirus: zodat je antistoffen, afweercellen en geheugencellen kunt gaan maken. Net zoals bij een echt vaccin met een ‘geïnactiveerd’ virus dus.
Zou microvaccinatie kunnen helpen om groepsimmuniteit tegen corona op te bouwen?
Ja. Ongeveer de helft van de mensen die inmiddels antistoffen tegen het coronavirus hebben, lijkt dat via natuurlijke microvaccinatie gedaan te hebben. De meesten hebben daarbij niet eens klachten gehad.
Als er voldoende mensen via natuurlijke microvaccinatie kennismaken met het virus en antistoffen, afweercellen en geheugencellen gaan aanmaken en zo groepsimmuniteit ontwikkelen, kan het virus zich moeilijker verspreiden en worden de meer kwetsbaren beschermd.
In een land als Zweden is er geen lock-down geweest, en daardoor kon natuurlijke microvaccinatie op grotere schaal plaatsvinden. Daar hebben meer mensen inmiddels de nodige antistoffen, afweercellen en geheugencellen aangemaakt.
Zijn er dingen die we beter kunnen vermijden, als we onze afweer op peil willen hebben?
Ja: vermijd angst en stress. Als er iets is wat onze natuurlijk afweer ondermijnt, dan is het wel angst en stress. En dan vooral chronische angst en stress. Eventjes lekker griezelen van een spannende film kan geen kwaad en is helemaal prima. Maar als je dagen, weken- of maandenlang in angst en stress verkeert, dan ondermijnt dat ons afweersysteem enorm.
Keer op keer nodig je mensen uit om van angst naar vertrouwen te gaan.
Ja. Het is heel belangrijk dat mensen zich blijven realiseren dat angst en paniek niet nodig zijn. Meer dan 99 procent van de mensen die de griep krijgt, overleeft het. En dat is vrijwel hetzelfde bij COVID-19 – áls je al ziek wordt. Elk jaar worden er mensen in Nederland geboren én sterven er mensen. Dat is de natuur. Het aantal sterfgevallen per jaar is in Nederland pakweg 150.000. Dat is zo’n 12.500 per maand. Oftewel 400 per dag. In de winter ligt het aantal sterfgevallen altijd hoger dan in de zomer. Dat alles moet je in verhouding zien met het aantal mensen dat bij de eerste coronagolf stierf: minder dan 10.000. Dat is vergelijkbaar met het aantal griepdoden in 2018: dat waren er pakweg 9.000, zoals ik zonet al zei. Nogmaals: coronapaniek is niet nodig – zolang er voldoende ziekenhuisbedden zijn.
Maar het is toch goed dat we maatregelen hebben genomen? De maatregelen die we in de zomer hadden ingevoerd, hebben toch geholpen? Want in de zomer nam het aantal zieken en doden enorm af.
Het klopt dat we veel minder zieken en doden hadden in de zomer. En ja, veel mensen geloven dat dat aan de maatregelen lag. Maar inmiddels weten we dat corona, net als de griep, gedijt in de koude seizoenen. Dan floreren de aerosolen en zitten de mensen veel binnenshuis waar met slechte ventilatie mensen een grote dosis binnen kunnen krijgen. Tijdens de zomer vervliegen de aerosolen heel snel, vooral buitenshuis. Griepgevallen zie je ook vooral in de winter. Griep en corona zijn dus seizoens-ziekten, en daardoor is het goed verklaarbaar dat in de zomer het aantal zieken en doden door corona afnam.
Maar we zitten nu toch midden in de ‘tweede golf’, en die is toch veel ernstiger dan de eerste golf?
We gaan nu inderdaad weer naar de winter toe en dat betekent dat infectieziektes zoals de griep en corona weer de kop opsteken. Er zijn meer ziekenhuisopnames: dat is normaal voor de tijd van het jaar. De getallen die we elke dag via het acht-uur-journaal en via de kranten horen, zijn inderdaad hoger dan de getallen die we tijdens de eerste golf hoorden.
Bij de eerste golf kregen we elke dag het aantal doden te horen. Er was toen inderdaad sprake van oversterfte, zoals ik zonet al zei.
Nu, tijdens de ‘tweede golf’, is er opnieuw sprake van oversterfte, maar gelukkig is de oversterfte dit keer veel minder dan tijdens de eerste golf, en de trend is dalende. In plaats van het aantal doden, horen we nu elke dag het aantal besmettingen: oftewel het aantal mensen dat het virus in de neus-, mond- en/of keelholte heeft. Maar zoals ik in ons vorige interview al aangaf: als jij het virus in je neus-, mond- en/of keelholte hebt, dan kan het net zo goed zijn dat je de ziekte COVID-19 helemaal niet krijgt en dat je het virus ook niet doorgeeft, maar dat je juist bezig bent met microvaccinatie, en dat je antistoffen, afweercellen en geheugencellen aan het maken bent, en zo je specifieke afweer tegen het coronavirus opbouwt!
De WHO (de belangrijkste raadgever van ons RIVM, en van de ‘RIVM’s’ van 191 andere landen) zet vanaf het begin van de coronacrisis heel erg in op een vaccin als belangrijkste aanpak tegen COVID-19. Hoe kijk jij daar tegenaan?
Je kunt de WHO vergelijken met de eigenaar van een fantastisch renpaard. Dat renpaard heeft voor vele successen gezorgd, en heeft de eigenaar grote roem gebracht. Maar nu is het renpaard oud geworden, en niet meer zo functioneel. Ik kan me heel erg goed voorstellen dat het voor de eigenaar van het renpaard dan ontzettend moeilijk is om dat renpaard weg te doen, en voor een nieuw, ander renpaard te gaan kiezen. Dat kan de eigenaar zich gewoonweg niet over het hart verkrijgen! Dat snap ik heel goed. Maar toch is het wijsheid voor de eigenaar om van koers te wisselen en de blik te richten op een ander paard. Zo is het ook met de WHO en hun ‘succespaard’: het vaccineren. Ik begrijp ontzettend goed dat het heel erg moeilijk is voor de WHO, zeker gezien de enorme successen die ze in het verleden hebben geboekt met vaccineren, om de focus op vaccinatie los te laten. En toch is het wijsheid om dat nu met corona te doen: om de blik te richten op ‘een ander paard’: op frisse lucht en op de versterking van ons immuunsysteem.
Je hoort de laatste maanden regelmatig stemmen over een zogenaamd ‘complot’ dat hier achter zou zitten. Hoe kijk jij daar tegenaan?
Ik heb niets met ‘complotdenken’. De meeste mensen deugen, zoals ook de meeste virussen deugen. Wel is het denk ik verstandig om als maatschappij in ons achterhoofd te houden dat er onvoorstelbaar veel geld verdiend kan worden met wereldwijd vaccineren. Een vaccin kan vele malen meer geld opleveren dan een medicijn. Want een medicijn geef je alleen aan mensen die ziek zijn. Dat is bij corona pakweg één op de honderd mensen. Maar een vaccin: dat kan je aan iedereen geven. De hele wereldbevolking oftewel zeven miljard mensen vaccineren: dat kost al gauw vele miljarden euro’s. Als je dit elk jaar gaat herhalen omdat het virus muteert, dan wordt het bedrag astronomisch. En we weten allemaal: als ergens grote financiële belangen spelen, dan moet je niet uitsluiten dat er aan de top gelobbyd wordt.
We hebben het gehad over het verleden van de preventieve gezondheidszorg en van de langzame accentverschuiving naar het vaccineren. Hoe zie jij de toekomst?
We staan op dit moment op een kantelpunt.
– We kunnen met elkaar kiezen voor een toekomst met meer en meer vaccineren. Er staan nog wel twintig vaccins op het verlanglijstje voor andere ziekten. Dat zou een financiële aderlating zijn voor de gezondheidszorg. Al die miljarden worden dan níét ingezet voor ándere zorg, zoals bijvoorbeeld voldoende ziekenhuisbedden en IC-capaciteit.
– We kunnen ook met elkaar op onze schreden terugkeren, en opnieuw kiezen voor een toekomst met meer aandacht voor een gezonde levensstijl: gezonde voeding, schoon drinkwater, frisse lucht, voldoende beweging en voldoende rust voor iedereen. Voor een versterking van ons natuurlijke afweersysteem. Voor voldoende capaciteit van ziekenhuizen en IC’s.
De Verenigde Naties (waarvan ook de WHO deel uitmaakt) hebben een masterplan opgesteld voor de wereld. Met 17 doelen: de zogenoemde ‘Sustainable Development Goals’. Die doelen zijn op het eerste oog fantastisch: ze gaan over schoon drinkwater, onderwijs, emancipatie, werkgelegenheid enzovoorts. Maar als je inzoomt op ‘Gezondheid’ (het onderdeel waar de WHO over gaat) en je duikt daar dieper in, dan schrik je. Want het blijkt dan, dat het voor een groot deel over vaccineren gaat. En de commerciële farmaceutische industrie gaat de markt voor deze visie op gezondheidszorg bedienen. Nederland is nu bezig onze laatste nationale vaccinatie know-how te privatiseren. Dat baart mij zorgen.
Waarom baart dat jou zorgen?
Omdat het niet verstandig is commerciële belangen een te grote rol te laten spelen in de medische zorg.
Maar door privatiseren en marktwerking gaan de prijzen toch altijd omlaag?
Ja, dat klopt inderdaad voor sommige terreinen, maar het gaat niet op voor de gezondheidszorg. Als jij als ouder een doodziek kind hebt, dan ben je bereid om alles te betalen: als je kind maar geneest. Het leven van je eigen kind: daar kun je gewoon geen prijs op plakken!
Op dit moment is er wereldwijd een tiental gigantische farmaceutische bedrijven die gemeenschappelijke belangen hebben (zoals bijvoorbeeld een soepeler regelgeving bij de goedkeuring van medicijnen) en daarom nauwelijks nog met elkaar concurreren. Deze bedrijven kunnen gezamenlijk de prijzen opdrijven.
Een voorbeeld: suikerziekte. Het medicijn daartegen heet insuline en een portie insuline kost een paar euro om te maken. Maar in de VS moet jij als ouder een paar honderd dollar betalen voor een portie insuline. En dat doen ouders, want het medicijn is levensreddend.
In de VS zijn de prijzen van sommige levensreddende medicijnen verhonderdvoudigd. Velen kunnen de medicijnen en de zorg die zij of hun kinderen nodig hebben niet meer betalen. Ze verkopen hun huis en alles wat ze hebben. Je noemt dat ‘zorg-wanhoop’. Op dit moment sterven er in de VS per dag een paar honderd mensen door zelfmoord vanwege ‘zorg-wanhoop’.
De grote farmaceutische bedrijven kunnen gezamenlijk ook regeringen onder druk zetten: ‘Als jij déze informatie verspreidt, of als jij dít medicijn niet goedkeurt, dan krijg je als land dát (levensreddende) medicijn niet meer van ons.’
In Nederland is het gelukkig nog lang niet zo erg als in de VS. Maar ook hier zijn de prijzen van medicijnen vaak al verveelvoudigd. De kosten van de zorg zijn de laatste tien jaar explosief gestegen – terwijl we ondertussen juist fors bezuinigd hebben op ziekenhuisbedden en IC’s. Onze vorige minister van volksgezondheid, Bruins, was bezig om deze misstand aan te pakken. Hij durfde het aan om een vuist te maken tegen een zeer machtige bedrijfstak: de farmaceutische industrie. Helaas trad hij af in maart 2020.
Dank je wel, Menno, voor je interessante antwoorden!
Robijn Tilanus is improvisatiecoach, auteur, improvisatiepianist en componist. Zij schrijft als freelance journalist voor oost-online over dingen die haar raken: natuur, muziek, gezondheid en markante mensen met een missie. Check robijntilanus.nl
Eerder
gepubliceerd in oost-online
‘Virussen zijn net inbrekers. Je moet ze staande houden bij de voordeur’
oost-online is een door bezoekers ondersteund platform. Wij kiezen voor een platform zonder advertenties. Om dat mogelijk te maken vragen we je om een donatie waardoor wij de kosten kunnen dekken. Hartelijk dank alvast!