Inkomenszekerheid

Versteviging koopkracht en brede aanpak van armoede en schulden
Het kabinet wil dat mensen meer te besteden krijgen. Uitgangspunt is dat maatregelen gericht zijn op zekerheid en meedoen, niet verder nivelleren en tegelijkertijd de (kinder)armoede voorkomen.
Die uitgangspunten staan soms op gespannen voet met elkaar en vragen daarom weging. Met een evenwichtig koopkrachtpakket ondersteunt het kabinet kwetsbare groepen en werkende middeninkomens.
Met het pakket heeft het kabinet invulling gegeven aan de doelen van het Hoofdlijnenakkoord: het niet laten oplopen van armoede en kinderarmoede ten opzichte van 2024, het inzetten van middelen zodat werkende middeninkomens er op vooruit gaan, het verlagen van de marginale druk en de wens om het belastingstelsel begrijpelijker te maken. Het kabinet richt zich op deze doelen via de introductie van een extra tarief in de inkomstenbelasting, gecombineerd met een verlaging van het tarief in de eerste schijf.
Het kabinet financiert deze lastenverlichting deels door het verlagen van de algemene heffingskorting.
Het koopkrachtbeeld laat zien dat met de maatregelen de koopkrachtontwikkeling tussen werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden in balans wordt gebracht. Met de tariefsverlaging in de inkomstenbelasting en een vereenvoudiging in de huurtoeslag maakt het kabinet werken lonender.
Daarnaast gaat het eigen risico met meer dan de helf omlaag in 2027. Het kabinet wil de bestaanszekerheid en de voorzieningen in Caribisch Nederland verbeteren. Dat doen we samen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit betekent dat alle verbeteringen die we voorstellen voor Europees-Nederland in principe van toepassing zijn voor Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen.

De afgelopen jaren zijn de armoedecijfers in Nederland gedaald. Tegelijk zijn economische ontwikkelingen onvoorspelbaar. Het kabinet neemt zich voor de (kinder)armoedecijfers niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024. Om (kinder)armoede tegen te gaan neemt het kabinet verschillende maatregelen zoals een verhoging van het kindgebonden budget en huurtoeslag. Ook wordt de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de hoogte van de bijstand bevroren in 2025, 2026 en 2027. Daarmee voorkomen we dat de hoogte van de bijstand daalt. Het kabinet wil met een integrale, interdepartementale aanpak met gemeenten, vakbonden, werkgevers, maatschappelijke en private organisaties en ervaringsdeskundigen binnen het Nationaal Programma Armoede en Schulden ook de langetermijngevolgen van armoede tegen gaan.
Werk en scholing zijn de beste weg uit armoede maar lossen niet altijd alles op. Samen met gemeenten en sociale partners zet het kabinet zich in voor een betere positie van werkende armen. Meer uren werken is voor hen vaak een manier om uit armoede te komen en economisch zelfstandig te worden. Maar soms lukt (meer) werken niet. Om armoede te voorkomen is het belangrijk dat mensen dan gebruik maken van de regelingen waar zij recht op hebben. Het kabinet komt met het wetsvoorstel Proactieve dienstverlening om het niet-gebruik van regelingen terug te dringen: in elk geval de Toeslagenwet en de bijstand, waaronder de AIO. Kinderen en jongeren die opgroeien in gezinnen waar armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven gaan soms zelfs zonder eten naar school.
Dit leidt er onder meer toe dat kinderen en jongeren ongelijke kansen hebben qua opleiding, ontwikkeling gezondheid en levensduur. Het kabinet wil er samen met gemeenten voor zorgen dat het beleid om (kinder) armoede aan te pakken verbetert, mede in navolging van de Europese kindergarantie. En het kabinet zet de financiering van de gratis schoolmaaltijden structureel door.

We blijven werken aan de betaalbaarheid van de energierekening en een rechtvaardige energietransitie om problemen voor veel huishoudens te verminderen.
Het kabinet zet in op een rechtvaardige en betaalbare energietransitie, ook voor huishoudens met een kleine portemonnee en middeninkomens. We ondersteunen bijvoorbeeld bij het verduurzamen van hun woningen.
Daarbij verbeteren we de consumentenbescherming en monitoren we of mensen hulp nodig hebben bij het betalen van de energierekening. Daarnaast wordt voor 2025 en 2026 een reservering opgenomen voor een energiefonds dat steun biedt aan huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen. Dit vereist nog verdere uitwerking, waarbij bereidheid van private partijen om aan dit fonds bij te dragen onontbeerlijk is.

Om problematische schulden fundamenteel aan te pakken komt het kabinet met een integraal pakket aan maatregelen. Het basispakket van het IBO problematische schulden wordt als uitgangspunt genomen. Het kabinet zal de maatregelen de komende tijd verder uitwerken en gaat daar in de kabinetsreactie IBO problematische schulden nader op in. Zo gaan we onder meer samen met gemeenten op buurtniveau mensen helpen met geldzorgen. We werken verder aan de basisdienstverlening schuldhulp en scherpen de (wettelijke) kwaliteitseisen voor schuldhulpverlening aan, zodat verschillen in het aanbod en het bereik van schuldhulpverlening tussen gemeenten worden verkleind. Daarnaast heeft het kabinet de ambitie om een integraal schuldenoverzicht in te voeren zodat mensen meer inzicht in hun financiën krijgen.
Dit om er uiteindelijk voor te zorgen dat mensen inzicht hebben en dat zij sneller hulp kunnen krijgen bij het oplossen van hun schulden. Daarnaast gaat het kabinet het stelsel van publieke en private invordering verbeteren doordat schulden zoveel mogelijk in een vroeg stadium worden opgelost. Dit doen we bijvoorbeeld door te investeren in vroegsignalering en te kijken naar de rol die gerechtsdeurwaarders daarin kunnen vervullen. Ook moeten de kosten van invordering minder snel oplopen en moeten schuldeisers intensief samenwerken, onder meer door de invordering van het Rijk beter op elkaar af te stemmen en ook publieke en private invordering beter te coördineren. Het kabinet gaat ervoor zorgen dat het CJIB eerst een gratis betalingsherinnering kan sturen voordat aanmaningkosten in rekening worden gebracht. Op die manier worden mensen niet direct met extra kosten geconfronteerd als zij een keer vergeten tijdig te betalen. Daarnaast zal het CJIB beter in staat worden gesteld om mensen die verkeren in situaties van overmacht te helpen door de verhogingen bij Wahv-boetes kwijt te kunnen schelden. Tot slot gaat het kabinet ook meer kredieten reguleren als gevolg van de implementatie van de Europese Consumentenkredietlijn (CCD2) en wordt er een leeftijdsverificatieplicht ingevoerd voor Buy Now, Pay Later.

Naar een begrijpelijk en zeker inkomen: vereenvoudiging inkomensondersteuning
Het kabinet wil de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting hervormen. We starten hiervoor een hervormingsagenda met drie doelen.
Inkomensondersteuning moet zekerheid bieden en makkelijk te begrijpen zijn. En (meer) werken moet lonen. De marginale druk moet omlaag, omdat we iedereen nodig hebben op de arbeidsmarkt.
Een significante verlaging van de marginale druk is niet mogelijk zonder hervorming van het inkomens- en fiscale domein. De verschillende doelen staan soms op gespannen voet met elkaar en vragen om een goede weging.
Bij de hervorming vinden we het volgende belangrijk:

• De menselijke maat staat voorop. Een vergissing of fout mag iemand niet in grote problemen brengen. Gemeenten en dienstverleners moeten ruimte hebben voor maatwerk in bijzondere situaties, bij wijze van sluitstuk.


• Begrijpelijke rechten en plichten. Dat betekent: een beperkt aantal voorwaarden, wetten en dienstverleners. Evenals automatische uitkering en

directe financiering van voorzieningen.

• Terugvorderingen en voorschotten zoveel mogelijk beperken.


• Toegankelijke dienstverlening via gemeenschappelijke

loketten en gegevensdeling. Dit moet ervoor zorgen dat mensen krijgen waar zij recht op hebben.

• Het Rijk regelt de inkomensbasis goed, zodat mensen voor hun inkomen niet afhankelijk zijn van gemeentelijke minimaregelingen.


Met deze hervormingsagenda werkt het kabinet, samen met gemeenten en publieke dienstverleners stapsgewijs aan verbeteringen. De kracht van ons land zit in de samenleving. Daarom wil het kabinet zoveel mogelijk mensen betrekken bij het eenvoudiger maken van ons stelsel. De Kamer, gemeentebesturen, maatschappelijke organisaties, vakbonden, werkgevers en de mensen om wie het gaat. We gaan samen in gesprek over de stip op de horizon voor een eenvoudiger stelsel: een visie op de lange termijn. Deze visie vormt de basis voor een hervormingsagenda.

Het kabinet heeft de ambitie om deze kabinetsperiode wetgeving voor te bereiden voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel en op diverse onderdelen van de sociale zekerheid. Er is brede parlementaire consensus over de noodzaak van een hervorming. De komende jaren zijn er veel keuzes te maken over de invulling. Het kabinet neemt hierbij een leidende en faciliterende rol. De Tweede Kamer heeft in de unaniem aangenomen motie Bikker/ Eerdmans gevraagd om een eerste richtinggevende uitwerking. Uit eerdere studies komt naar voren dat een hervorming en vereenvoudiging potentie heeft wanneer deze in brede zin wordt bezien. Vanuit dat inzicht wordt bijvoorbeeld een (gedeeltelijke) vervanging van heffingskortingen, aftrekposten en toeslagen door inkomensonafhankelijke toelagen en andere belastingtarieven in samenhang verkend.
Door het aantal inkomensafhankelijke regelingen te verminderen nemen terugvorderingen en nietgebruik af en daalt de marginale druk voor werkenden die nu soms een zeer hoge marginale druk ervaren door de stapeling van belastingen en (de afbouw van) toeslagen. Ook inventariseert het kabinet opties voor modernisering op andere terreinen van ons belastingstelsel. Het kabinet schenkt waar nodig aandacht aan de relatie tussen het toeslagen- en belastingstelsel, het minimumloon en de sociale zekerheid. Er zijn nog veel keuzes te maken, waartoe ook budgettaire en inkomenseffecten in beeld worden gebracht. Het kabinet stuurt daarom in het voorjaar een brief met enkele varianten en keuzeopties als start voor een open dialoog met het parlement.

Het kabinet wil met het parlement in gesprek, bijvoorbeeld via de ingestelde tijdelijke commissie voor de herziening van het belasting- en toeslagenstelsel gecombineerd met de vaste Kamercommissie SZW.
Het kabinet wil zo komen tot een transitiepad naar  een toekomstbestendige inkomensondersteuning in brede zin: een set aan concrete afspraken met een wetgevingskalender voor de middellange termijn.
Waar gaan we naartoe op de lange termijn? Hoe komen we daar? En wat doen we in de tussentijd? Het kabinet stelt zich in dit proces dienstbaar en naar buiten gericht op, met oog voor resultaat. Het is tijd om samen  knopen door te hakken en met de voorbereidingen van deze stelselherziening te beginnen. Het kabinet wil hierover in gesprek blijven met de samenleving en met de mensen om wie het gaat.

Mensen kunnen niet wachten op hervormingen die meerdere kabinetsperiodes in beslag zullen nemen.
Daarom doet het kabinet ook voorstellen voor de middellange termijn. Op de losse toeslagen beziet het kabinet welke stappen er mogelijk zijn in de transitie naar het eindbeeld op lange termijn, waarbij de huidige inkomensverdeling het uitgangspunt is.
Dit kabinet onderzoekt bijvoorbeeld de vormgeving van één kindregeling in één wettelijk kader en bereidt besluitvorming voor. De huurtoeslag wordt verbeterd door de huurtoeslag lineair af te bouwen.

Samen met gemeenten, SVB en UWV werken we aan goed uitvoerbaar beleid:

• Het kabinet vervangt de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering. Er komt een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. De overheid betaalt de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. In het nieuwe stelsel vorderen we niet meer terug bij ouders.

• Het kabinet verbetert en vereenvoudigt de WIA met concrete voorstellen, geïnspireerd door de aanbevelingen van de OCTAS. Daarnaast wil het kabinet aan de slag met de meer fundamentele ideeën van de OCTAS. Dat betreft ten eerste het idee van een stelsel dat aanvankelijk gericht is op re-integratie en minder op de (medische) beoordeling. Ten tweede het idee om regelingen voor verschillende groepen werkenden in meer of mindere mate te harmoniseren. Conform het eindverslag van formateur van Zwol, zal het kabinet voorstellen met financiële consequenties in reactie op het advies van de OCTAS welwillend bezien.


• De aanbevelingen van de OCTAS over het passender maken van de Participatiewet voor mensen zonder of met beperkt arbeidsvermogen wil het kabinet bezien in de fundamentele herziening van de Participatiewet. Hierin staan vertrouwen, menselijke maat, vereenvoudiging en passende ondersteuning naar werk en participatie centraal.


• Ook voor vereenvoudiging van de Toeslagenwet en de WW werkt het kabinet voorstellen uit. Op de WW dient een bezuiniging te worden gerealiseerd.


• Het kabinet herijkt het handhavingsbeleid in de sociale zekerheid. We introduceren met het

wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid een recht op vergissen in de sociale zekerheid en
we doen er alles aan om fouten te voorkomen. Dit wordt gefinancierd uit de herijking van het
handhavingsinstrumentarium. Hierbij bezien we onder andere de verplichtingen waar mensen zich aan moeten houden.

• Het kabinet werkt voorstellen uit voor vereenvoudiging van het partnerbegrip in de AOW en streeft naar verdere vereenvoudiging van begrippen in het stelsel.


Mensen hebben in het hier en nu problemen.
Op korte termijn lossen we knelpunten en schrijnende situaties op binnen het huidige stelsel van sociale zekerheid, toeslagen en belastingen. Het kabinet wil een oplossing voor alleenverdieners met een inkomen onder het bestaansminimum. Dit doen we met een tijdelijke regeling en een wetswijziging voor de fundamentele fiscale oplossing. Om de complexe bruto/netto problematiek voor mensen op te lossen wil het kabinet daarnaast vanaf 2026 bij uitkeringen aan terugvorderen ter hoogte van netto te veel ontvangen bedragen.

Om mensen in de knel zo snel mogelijk te helpen  willen we bovendien gezinnen met een partner die noodgedwongen niet bij het gezin kan zijn, vanwege vermissing, detentie of vluchtsituatie, hetzelfde recht op toeslagen geven als alleenstaande ouders.
Om hoge terugvorderingen en betalingsproblemen te voorkomen, gaat het kabinet voorstellen om niet langer met terugwerkende kracht toeslagen aan te passen als gevolg van besluiten over kinderbijslag of verblijfsstatus. Ook wil het kabinet de zekerheid vergroten door toeslaggerechtigden vier maanden langer de tijd te geven om de huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget aan te vragen, zodat dit nog een heel jaar na het jaar waarop de toeslag ziet mogelijk is. Het kabinet wil het aantal hoge terugvorderingen van toeslagen significant verminderen. De benodigde budgettaire middelen om deze ambitie te realiseren, worden opgevangen binnen bestaande middelen. Omdat inkomen de belangrijkste oorzaak is van terugvorderingen start het kabinet een verkenning naar een betere inkomensregistratie.

Daarnaast vereenvoudigt het kabinet de aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de inkomstenbelasting per 1 januari 2025 sterk. Om beter aan te sluiten bij de hoge kosten die mensen met een beperking maken voor vervoer, stelt het kabinet hier bovendien extra middelen voor beschikbaar.