Welke middelen zijn hiervoor beschikbaar?
In heel Nederland gaan we meer woningen bouwen.
Het doel is 100.000 woningen per jaar. Voor de
ondersteuning van de bouw van deze woningen is in
totaal € 5 miljard beschikbaar gesteld tot en met 2029.
Met de middelen ondersteunen we de bouw van
meer betaalbare woningen voor mensen met een laag
of middeninkomen. We ontwikkelen hiervoor een
realisatiestimulans. Met deze stimulans ontvangen
gemeenten een vast bedrag per woning op het moment
dat de woningen gerealiseerd worden. Met deze
financiële stimulans worden sociale huurwoningen,
middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen
ondersteund. De realisatiestimulans vervangt deels
de verschillende specifieke uitkeringen, waardoor
voortaan niet het plan maar de prestatie wordt
beloond en de administratieve last voor het aanvragen
van subsidies aanzienlijk wordt verlaagd. De bijdrage
aan gemeenten kan deels worden ingezet voor het
vergroten van de uitvoeringskracht bij gemeenten.
Vanwege de grote opgave om voldoende woningen
te realiseren die geschikt zijn voor ouderen en de
extra kosten die dit met zich meebrengt wordt bij de
realisatie van zorggeschikte woningen en geclusterde
woonvormen een extra bijdrage geleverd.
We zetten in aanvulling op de realisatiestimulans in
op het vergroten van de investeringsbereidheid in
huurwoningen door zowel woningbouwcorporaties als
private verhuurders. Dit onder voorbehoud van een
afspraken over een extra prestatie van deze partijen.
Ook stellen we aanvullende middelen ter beschikking
voor het opschalen van de woningbouwproductie
door het stimuleren van innovatie op het gebied
van conceptueel bouwen en het wegnemen
van belemmeringen.
Naast het stimuleren van de woningbouw sturen we
op voldoende woningbouw met een gebiedsgerichte
aanpak. We sturen actief op woningbouw in
grootschalige woningbouwgebieden, kwetsbare
gebieden en complexe gebiedsontwikkelingen.
Voor de bestaande grootschalige
woningbouwgebieden, waar tot en met 2033 bovenop
de bestaande afspraken nog eens potentie is voor
70.000 extra woningen, en de nieuwe grootschalige
locaties in nieuwe gebieden, stellen we aanvullend
op de realisatiestimulans voor de woningen die
in deze gebieden gerealiseerd worden middelen
beschikbaar. Dit is noodzakelijk omdat hier actievere
Rijksbetrokkenheid aan de orde kan zijn en omdat
randvoorwaardelijke investeringen in het gebied
nodig zijn die niet vanuit het project bekostigd kunnen
worden. Naast de middelen vanuit VRO vraagt dit
nadrukkelijk om een interdepartementale inzet.
In de kwetsbare gebieden, zoals opgenomen in het
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
(NPLV), is sprake van een grote woningbouwpotentie
van circa 130.000 woningen. Ook is er potentie voor
woningbouw in gebieden die vallen onder Elke
Regio Telt. Om deze te kunnen verzilveren kunnen
aanvullende investeringen aan de orde zijn zoals het
aanpakken van de openbare ruimte of het op peil
brengen van voorzieningen. Daarom wordt voor deze
gebieden geld beschikbaar gemaakt aanvullend op
de realisatiestimulans.
Tot slot maken we in de woondeals afspraken
over complexe gebiedsontwikkelingen. Het gaat om lastigere locaties waar een substantiële
aanvullende Rijksbijdrage nodig is om bij te
dragen aan de publieke onrendabele top, vanwege
bijvoorbeeld uitplaatsing van hinderactiviteiten (vernieuwde Woningbouwimpuls).
Bij de invulling van de hierboven genoemde
gebiedsgerichte middelen wordt aangesloten op de
inzet van andere departementen in deze gebieden,
waaronder het ministerie van IenW.
Voor de huurtoeslag worden structureel extra
middelen ter beschikking gesteld. Met een bestendige
en vereenvoudigde huurtoeslag kunnen we de
bestaanszekerheid van huurders met de laagste
inkomens beschermen.