Elektriciteit en energiesysteem
Met de ambitie om 50 GW windenergie op zee in 2040 te realiseren, voeren
we de huidige Routekaart voor 21 GW onverkort uit. Windturbines komen
zoveel mogelijk op zee, in plaats van op land. In 2025 stellen we een
nieuwe Routekaart voor windenergie op zee in 2040 vast. Bij het inpassen
van nieuwe windenergiegebieden in de Partiële Herziening van het
Programma Noordzee, eind 2025 voorzien, kijkt het kabinet eerst naar
ruimte voor de visserij. Eind 2025 dienen er afspraken te zijn over de
budgettaire dekking van de (gevolg)kosten voor het Rijk. Ook zorgt het
kabinet samen met de partijen van het Noordzeeoverleg voor een
zorgvuldige balans met andere activiteiten op de Noordzee, waaronder
naast visserij ook mijnbouw, scheepvaart en defensie, met oog voor de
natuur, kustverdediging, zandwinning en maritiem erfgoed. Hierbij stemt
het kabinet waar relevant af met buurlanden en wordt rekening gehouden
met de Europese natuur- en milieuwetgeving. Voor het borgen van
scheepvaartveiligheid voert het kabinet bij de bouw van windparken op
zee risicoanalyses uit volgens de aanbevelingen van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid. Het kabinet investeert in de bescherming van de
Noordzee-infrastructuur. Daarnaast investeert het kabinet komende jaren
in een tweetal demonstratieprojecten voor waterstofproductie op zee om
zowel de waterstofdoelen als de doelen voor windenergie op zee in 2040
mede mogelijk te maken.Het kabinet zet de uitvoering van het Programma
Energiehoofdstructuur (PEH) door als ruimtelijk beleid voor de
Energietransitie.
De salderingsregeling voor kleinverbruikers wordt met ingang van 1
januari 2027 beëindigd. De consument ontvangt voor alle ingevoede
elektriciteit een redelijke vergoeding. Het wetsvoorstel voor de
bijmengverplichting groen gas ligt voor bij de Raad van State en wordt,
zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies, ingediend bij de Tweede
Kamer.
Hierdoor versnellen we de energietransitie en maken we ons minder
afhankelijk van import van aardgas.
Er wordt zo snel mogelijk gestopt met het subsidiëren an laagwaardige
toepassingen van biogrondstoffen conform het eerder afgesproken
afbouwpad uit het Duurzaamheidskader biogrondstoffen.
Parallel wordt de opbouw voor hoogwaardige toepassingen van
biogrondstoffen vormgegeven.
Hier komt het kabinet op terug bij de voortgangsbrief over het
duurzaamheidskader biogrondstoffen in het najaar. Daarnaast komt het
kabinet met een biogrondstoffenstrategie. Er wordt, ook in Europees
verband, ingezet op (beleidsontwikkeling rond) koolstofverwijdering. Het
kabinet komt begin 2025 met een bredere visie op koolstofverwijdering in
het Klimaatplan en de routekaart koolstofverwijdering