De grootste bezuinigingen worden
hieronder toegelicht:
• De subsidie voor de Maatschappelijke
Diensttijd (MDT) wordt afgeschaft. Het programma MDT is een programma
dat in samenwerking met jongeren, andere ministeries, scholen,
maatschappelijke organisaties, gemeenten en het bedrijfsleven tot stand
is gekomen. Samen met dit netwerk werken we aan een plan zodat we de
fundamenten en geleerde lessen van het programma kunnen behouden en
overdragen.
• Met de regeling Brede brugklassen worden
voscholen gestimuleerd om brugklassen zo in te richten dat leerlingen
met verschillende basisschooladviezen bij elkaar in de klas zitten. Deze
subsidieregeling wordt per 2025 beëindigd. Het programma School en
Omgeving wordt gekort met € 155 miljoen vanaf 2026. Het programma wordt
beperkt voortgezet, waarbij we prioriteren op de scholen met de 5%
hoogste relatieve onderwijsachterstandsscores.
• De investeringen in de sectorplannen zetten
we voort: de sectorplannen zijn een effectief middel om via profilering
en efficiënte samenwerking de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek
hoog te houden. We stoppen met de startersbeurzen en verlagen vanaf 2030
de financiering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO).
• De invulling van de generieke
subsidietaakstelling is verwerkt met concrete verlaging van budgetten in
de OCW-begroting 2025. Ook de taakstelling voor 2026 en verder is
voorlopig verwerkt. Voor de begrotingsbehandeling in november ontvangt
de Tweede Kamer een kamerbrief en een Nota van Wijziging met daarin de
definitieve verdeling van de subsidietaakstelling vanaf 2026.
• We gaan het aantal internationale studenten
verminderen. Hierbij hoort een besparing, tot €293 miljoen
structureel. Onder andere door de Wet internationalisering in balans.
Deze wet heeft ot doel om de positie van de Nederlandse taal op
hogescholen en universiteiten te versterken.
Ook krijgen instellingen de mogelijkheid voor
een capaciteitsfixus op trajectniveau en is, onder voorwaarden, een
noodfixus mogelijk voor niet- EER studenten.
• We werken de langstudeermaatregel uit in
overleg met universiteiten, hogescholen en studenten. We kijken daarbij
in brede zin naar de uitvoerbaarheid en naar manieren voor instellingen
en studenten om langstuderen tegen te gaan.
• Op het Fonds Onderzoek en Wetenschap
bezuinigen we door minder te investeren in nieuwe grootschalige
wetenschappelijke infrastructuur en door de financiering van het
Regieorgaan Open Science NL en van NWO te verlagen. We stoppen met een
deel van de stimuleringsbeurzen. Het resterende deel wordt doelmatiger
ingezet voor hetzelfde beleidsdoel.