Wetten die werken
Een van de fundamenten van de democratische
rechtsstaat, is de gebondenheid aan democratisch tot stand gekomen wet-
en regelgeving die door rechters wordt getoetst. Het is dus van
groot belang dat wetten begrijpelijk, uitvoerbaar en doenbaar zijn voor
mensen en in de praktijk werken zoals de bedoeling is. Om dat te
bereiken zet het kabinet in op beter gebruik van inzichten van burgers
en ervaringskennis in het wetgevingsproces, vereenvoudiging van wetten
en meer aandacht voor de werking van wetten
voor burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
Een lerende overheid is hiervoor cruciaal: een
overheid die beleid en regelgeving evalueert, blijft verbeteren en
altijd op zoek gaat naar de meest passende oplossing.
Tegelijkertijd moeten bestuur en wetgever veel
meer doen om te voorkomen dat er wetgeving en beleid tot stand komt dat
op gespannen voet staat met de Grondwet. Daarom moet ook de
constitutionele toetsing aan de voorkant worden versterkt, bij de Tweede
Kamer, de Afdeling advisering van de Raad van State en uiteraard het
kabinet. Bij de (eigen) ontwerpen voor regelgeving moet meer aandacht
zijn voor de grondwettigheid ervan. Daarom gaat het kabinet de dialoog
aan met het parlement en de Raad van State over de uitwerking van
constitutionele toetsing ex ante in het wetgevingsproces.
Vanuit het ministerie van BZK worden
verschillende stappen gezet om die constitutionele toets stevig en als
verplichting in het wetgevingsproces te verankeren, naast de
verplichting dat in elke wetsvoorstel en elke algemene maatregel van
bestuur in een aparte paragraaf aandacht wordt besteed aan de
verenigbaarheid van het voorstel met de Grondwet, de grondrechten, het
Europese en internationale recht en de beginselen van de rechtsstaat. De
minister van BZK en de staatssecretaris Rechtsbescherming werken
samen aan het verbeteren van de constitutionele toets
respectievelijk de algemene wetgevingstoets en zullen hierover dit
najaar aan de Tweede Kamer rapporteren.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State wordt verzelfstandigd. Door deze verzelfstandiging worden de
instituties verder gescheiden en versterkt.
Voor een dergelijke verzelfstandiging zijn verschillende modaliteiten
denkbaar. Het kabinet schetst dit jaar de contouren en dient in 2025 een
wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer.