Het meest Nederlands aan Shell is de belastingdeal
Op het eerste gezicht lijkt Shell een Nederlands bedrijf. Officieel heet het
Royal Dutch Shell en de aandeelhoudersvergadering vindt jaarlijks plaats in het
Scheveningse Circustheater. Maar in werkelijkheid is Shell niet zo Nederlands
als het doet voorkomen.
‘Er wordt over ons totale onzin verteld,’ zei Shell Nederland-ceo Marjan van
Loon op 28 juli in een interview met De Telegraaf, waarin ze het ‘besmeurde
imago van ’s lands grootste multinational’ poogde op te poetsen. Shell kwam
onder vuur te liggen vanwege zijn belastingdeal en rol in de lobby voor
afschaffing van de dividendbelasting. Onterecht, volgens Van Loon: ‘Er is in
mijn ogen helemaal niks waarvoor Shell zich moet schamen.’
Als topvrouw van de Nederlandse Shell-afdeling heeft Van Loon de taak om de
relatie tussen het oliebedrijf en ons land te onderhouden. Tijdens een
parlementaire hoorzitting in december zei ze daarover: ‘Shell houdt van
Nederland; hopelijk is de liefde wederzijds’. Een half jaar later, in De
Telegraaf, boog ze die uitspraak iets bij: ‘wij zijn er te lang van uitgegaan
dat Nederland vooral trots op Shell was. Maar we zullen veel beter moeten
uitleggen wie Shell is en wat wij doen.’ Wat maakt ‘’s lands grootste
multinational’ nu zo Nederlands en hoe doet Shell ons vaderlandse hart sneller
kloppen?
Wat maakt Shell Nederlands?
Via zijn voorganger Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij NV heeft
Shell een grote betekenis gehad voor onze economie. Op het gebied van olie- en
gaswinning bloeide rondom Shell een (kennis)economie op, waaruit bedrijven
ontsproten die nog altijd toonaangevend zijn in de wereld; denk bijvoorbeeld aan
SBM Offshore of Vopak. Shell heeft (mede) de basis gelegd voor onze welvaart; op
die grondvesten is het Nederlandse Shell-sentiment gebouwd.
Shell werd samen met Exxon eigenaar van de NAM, en voorzag Nederland
decennialang van goedkoop aardgas uit de Groningse gasvelden. Het was
aanvankelijk een zegen, maar de huidige situatie omtrent de gaswinning en de
afhandeling van de bevingsschade heeft de liefde tussen Shell en Nederland flink
doen bekoelen
Het merendeel van Shells eigen activiteiten vindt tegenwoordig buiten Nederland
plaats.
De belastingen over die activiteiten worden logischerwijs afgerekend in landen
als Nigeria, Irak en Oman. Shell is het bedrijf met de grootste omzet en hoogste
winst in de AEX-beursindex, maar betaalt in Nederland nauwelijks
vennootschapsbelasting.
Het aantal werknemers van Shell daalt in ons land al jaren, en ligt momenteel
rond de 10 duizend. Ter vergelijking: McDonalds biedt werkgelegenheid aan bijna
twee keer zoveel Nederlanders, en toch zal niemand de fastfoodgigant als
‘Nederlands’ typeren.
De Nederlandse invloed binnen de managementlagen van Shell is nog altijd groot.
Behalve CEO Ben van Beurden zetelen verschillende andere Nederlanders in het
Shell-bestuur en de raad van commissarissen. Zoveel Nederlandse
vertegenwoordiging vind je lang niet bij alle AEX-bedrijven. Wat echter nog niet
goed tot ons is doorgedrongen: Shell is al dertien jaar geen Nederlands bedrijf
meer. Sinds 2005 is het een Britse vennootschap.
De Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij NV werd in 2005 samengevoegd
met The Shell Transport and Trading Company, plc. Het Royal Dutch in de nieuwe
naam hield de associatie met Nederland levend, maar statutair vestigde het
bedrijf zich in het Verenigd Koninkrijk (VK). Dat betekent dat Royal Dutch Shell
als public limited company (plc) gebonden is aan de Britse wet, niet aan het
Nederlandse vennootschapsrecht.
De jaarlijkse
aandeelhoudersvergadering van Shell kan alleen in Scheveningen plaatsvinden
omdat de Britten daar geen probleem mee hebben. De Nederlandse wet staat
omgekeerd niet toe dat Nederlandse bedrijven hun aandeelhoudersvergadering in
het buitenland houden.
Dubbele nationaliteit
Shell voegde zijn twee moederbedrijven, die elk een afzonderlijk bestuur hadden,
samen na een schandaal over overschatte olie- en gasreserves. Dat was echter
niet de enige reden om de dubbele bedrijfsstructuur op te doeken. ‘Aan een
dergelijke structuur kleven praktische nadelen,’ zegt Rients Abma, directeur van
Eumedion, belangenbehartiger van institutionele beleggers op het gebied van
corporate governance en duurzaamheid. ‘Je moet voor besluiten bijvoorbeeld twee
keer toestemming krijgen van de aandeelhoudersvergadering, en je hebt twee
accountants nodig.’
Dertien jaar na Shell kondigden Unilever en RELX (het voormalige Elsevier), de
twee andere AEX-bedrijven met een dubbele vestiging in Nederland en het VK, aan
die structuur te willen vereenvoudigen. Unilever koos begin dit jaar voor een
Nederlandse NV, met een hoofdkantoor in Rotterdam, en verdwijnt van de Londense
beurs. RELX kiest voor vertrek: de uitgever wordt een Britse plc met een
hoofdkantoor in het VK, maar houdt meerdere beursnoteringen in Londen, Amsterdam
en New York.
Abma vertelt dat het cruciale verschil tussen het Nederlandse en het Britse
vennootschapsrecht de positie van de aandeelhouder is. ‘Onder Brits recht is de
aandeelhouder de nummer één stakeholder, terwijl er in het Nederlands recht
vanuit wordt gegaan dat alle stakeholders belangrijk zijn. In Engeland is de
creatie van aandeelhouderswaarde de belangrijkste doelstelling, terwijl in
Nederland langetermijnwaardecreatie voor alle stakeholders het uitgangspunt is.’
Dat werkt volgens Abma door in de beleidsvrijheid van een vennootschap. ‘Het
Nederlands recht geeft veel meer autonomie aan het bestuur om te bepalen wat het
langetermijnbelang van de onderneming is.’
Abma legt verder uit dat de beperkte invloed van aandeelhouders onder Nederlands
recht een betere bescherming biedt tegen vijandige overnames dan het Brits recht
doet. ‘Bij de overnamestrijd om Akzo Nobel vorig jaar had het bestuur een grote
mate van autonomie om te bepalen wat het langetermijnbelang van de onderneming
is en daarbij de belangen van alle stakeholders af te wegen. Dat is in het VK
niet mogelijk. Als daar een overnamebod is aangekondigd, vijandig of niet, mag
het bestuur geen enkele frustrerende handeling plegen, laat staan dat het een
beschermingsconstructie kan opwerpen.’
In het licht van de pogingen die Unilever vorig jaar moest ondernemen om aan het
overnamebod van Kraft-Heinz te ontsnappen, is het niet verwonderlijk dat het
bedrijf voor Nederland koos. Shell hoeft, als een van de grootste en meest
winstgevende oliebedrijven ter wereld, minder te vrezen voor vijandige
overnames. Het bedrijf was in 2016 zelf nog de bovenliggende partij toen het –
met instemming van de aandeelhouders – samenging met British Gas.
Aandeelhoudersinvloed
Abma: ‘In het VK hebben aandeelhouders meer invloed op de bedrijfskoers. Ze
kunnen bijvoorbeeld een resolutie over beleid of strategie indienen. Voor
Nederlandse NV’s geldt dat strategie en beleid het exclusieve terrein zijn van
het bestuur en de raad van commissarissen.’
Shells bestuur is vanwege de Britse rechtsvorm dus minder autonoom op het gebied
van strategie dan wanneer het een Nederlandse NV zou zijn geweest. Het indienen
van een resolutie zoals de activistische aandeelhouder
Follow This onder Brits recht deed, zou
volgens Abma kansloos zijn geweest onder Nederlands recht. Follow This diende
voor de derde keer op rij een klimaatresolutie in om Shell op een meer duurzame
koers te krijgen. Met zo’n resolutie kun je een onderwerp op de agenda zetten,
maar de meeste aandeelhouders zullen niet zomaar tegen het bestuur ingaan. Shell
gaf in het geval van Follow This een negatief stemadvies; de resolutie werd door
de aandeelhouders weggestemd.
Van Loon dicht Shell een actieve rol toe in de versnelling van de
energietransitie. ‘Nederland is voor ons een proeftuin,’ zei ze tegen De
Telegraaf. Volgens Mark van Baal, oprichter van Follow This, wordt deze
uitspraak niet gestaafd door investeringen. Ben van Beurden, de CEO van Royal
Dutch Shell plc, kondigde op 26 juli juist aan voor 25 miljard dollar eigen
aandelen in te kopen. Van Baal: ‘Stel je eens voor dat Shell die miljarden zou
inzetten om de leiding in de energietransitie ook in daden om te zetten. Dat zou
op lange termijn veel meer aandeelhouderswaarde creëren, maar blijkbaar ziet het
Shell-bestuur de vele investeringsmogelijkheden in windparken op zee,
zonnecentrales, waterstof en energieopslag onvoldoende.’
"Er zijn duizend andere overwegingen die een rol spelen en tax is daar één van,
maar zeker niet de doorslaggevende"
De belastingdeal van Shell
Royal Dutch Shell plc koos voor het Britse aandeelhoudersmodel, maar het
hoofdkantoor staat in Den Haag. Dat is geen bijkomstigheid: de locatie van de
bedrijfsleiding is bepalend voor de fiscale verplichtingen van een
internationaal bedrijf. Shell is wat betreft belastingregels en -verdragen
zodoende gebonden aan de Nederlandse wet. Dat is ook de reden dat het
oliebedrijf – zoals veel grote ondernemingen doen – een belastingdeal sloot met
de Nederlandse fiscus. Dankzij die belastingdeal wist Shell de betaling van
dividendbelasting in Nederland gedeeltelijk te omzeilen.
Trouw rekende uit dat Nederland daardoor 7 miljard euro dividendbelasting is
misgelopen. ‘Dat klopt helemaal niet,’ zei Van Loon hierover tegen De Telegraaf.
Haar onderbouwing: ‘Dankzij de vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst
staat het hoofdkantoor in Nederland.’ Juist daardoor hebben Shell-aandeelhouders
sinds 2005, nadat de tax ruling werd overeengekomen, grofweg 8,5 miljard
dividendbelasting betaald. Van Loon: ‘Als we naar Londen waren gegaan, was dat
nul geworden.’
In de praktijk zijn zulke vestigingsbeslissingen vaak gecompliceerder. Fiscaal
jurist Paul Sleurink, werkzaam bij De Brauw, kan niet spreken over de specifieke
beweegredenen van zijn cliënten, maar legt FTM uit dat vestigingsbeslissingen –
in algemene zin – zorgvuldig worden overwogen. ‘Bij dit soort besluiten worden
lange lijsten met ongelofelijk veel factoren nagelopen. De keuze hangt per
bedrijf af van de specifieke omstandigheden en de weging die wordt gegeven aan
verschillende aspecten.’ Het is volgens Sleurink veel te kortzichtig om te
zeggen dat vestigingsbeslissingen alleen afhangen van belasting: ‘Er zijn
duizend andere overwegingen die een rol spelen en tax is daar één van, maar
zeker niet de doorslaggevende. Ik heb bij genoeg van dat soort besprekingen
gezeten en mensen die dat zeggen weten niet wat zich daarbij afspeelt.’
Goochelen met cijfers
Of Shell zonder deze belastingdeal inderdaad zou zijn uitgeweken naar een ander
land – en Nederland 8,5 miljard euro zou zijn misgelopen – blijft speculeren
over een hypothetisch verleden. De huidige situatie is echter volkomen
duidelijk: wanneer de dividendbelasting wordt afgeschaft, zal de jaarlijkse
(dividend)bijdrage aan de schatkist, ook mét een Nederlands Shell-hoofdkantoor,
volledig opdrogen. De toegevoegde waarde van het Shell-hoofdkantoor voor
Nederland zal dus substantieel dalen.
Misschien is dat precies waarom Van Loon het belang van Shells hoofdkantoor voor
de Nederlandse economie keer op keer schromelijk overdrijft. In het interview
met De Telegraaf somt ze hetzelfde rijtje getallen op dat ze ook tijdens een
parlementaire hoorzitting in december opnoemde. In een eerder
artikel legden we al eens uit waarom je de 5 miljard omzet van Shells
zakenpartners en 100.000 hotelovernachtingen niet kunt toeschrijven aan het
Haagse hoofdkantoor van Shell. De cijfers zijn weliswaar correct, maar het gaat
om bezoekers en klanten van Shells productiefaciliteiten in Pernis en Moerdijk,
en de onderzoekscentra in Rijswijk en Amsterdam.
Fiat: ‘Nederlandser’ dan Shell?
Shell is het enige AEX-fonds met een Britse rechtsvorm, een Nederlands
hoofdkantoor en een duale aandelenstructuur met noteringen in zowel Londen als
Amsterdam. 19 van de 25 AEX-fondsen hebben zowel een Nederlandse rechtsvorm als
een Nederlands hoofdkantoor.
Rechtsvorm Land rechtsvorm Locatie hoofdkantoor Land hoofdkantoor
Aalberts Industries N.V. Nederland Langbroek Nederland
ABN AMRO N.V. Nederland Amsterdam Nederland
Aegon N.V. Nederland Den Haag Nederland
Ahold Delhaize N.V. Nederland Zaandam Nederland
Akzo Nobel N.V. Nederland Amsterdam Nederland
Altice Europe N.V. Nederland Amsterdam Nederland
ArcelorMittal S.A. (Luxemburg) Luxemburg Londen Verenigd Koninkrijk
ASML Holding N.V. Nederland Veldhoven Nederland
ASR Nederland N.V. Nederland Utrecht Nederland
DSM N.V. Nederland Heerlen Nederland
Galapagos N.V. (Belgie) België Mechelen Belgie
Gemalto N.V. Nederland Amsterdam Nederland
Heineken N.V. Nederland Amsterdam Nederland
ING Groep N.V. Nederland Amsterdam Nederland
KPN N.V. Nederland Rotterdam Nederland
Nationale Nederlanden N.V. Nederland Den Haag Nederland
Philips N.V. Nederland Amsterdam Nederland
Randstad N.V. Nederland Diemen Nederland
RELX Plc Verenigd Koninkrijk Londen Verenigd Koninkrijk
Royal Dutch Shell Plc Verenigd Koninkrijk Den Haag Nederland
Signify N.V. Nederland Eindhoven Nederland
Unibail-Rodamco-Westfield S.E. Europees Parijs Frankrijk
Unilever N.V. Nederland Rotterdam Nederland
Vopak N.V. Nederland Rotterdam Nederland
Wolters Kluwer N.V. Nederland Alphen a.d. Rijn Nederland
Overigens is het niet ongewoon dat multinationals voor een juridische spagaat
opteren. Neem Fiat Chrysler: de van oorsprong Italiaanse autofabrikant Fiat en
het Amerikaanse Chrysler kozen na hun fusie in 2014 voor het Nederlands
vennootschapsrecht en een Brits hoofdkantoor. Volgens Abma een strategische
beslissing van de Agnelli-familie, grootaandeelhouder van Fiat. ‘Het Nederlands
vennootschapsrecht biedt betere mogelijkheden dan het Italiaanse om oprichters
meer stemrecht te geven dan gewone aandeelhouders.’ Om het spelletje Twister
compleet te maken, worden de aandelen Fiat Chrysler Automobiles NV niet in
Amsterdam of in Londen verhandeld, maar op de New York Stock Exchange en de
Borsa Italiana. De vrijheid van vestiging geeft multinationals de mogelijkheid
om te kiezen naar welk nationaal stelsel ze zich qua juridische structuur,
fiscale regels en de handelsbeurs willen voegen, zodat die per ‘domein’ het
beste aansluiten bij hun bedrijfsspecifieke wensen.
Vanuit Den Haag opereert Shell onder leiding van Ben van Beurden als een ware
multinational; over de hele wereld, onder Brits recht en met winstmaximalisatie
voor aandeelhouders als hoogste doel. De Nederlandse invloed binnen wereldspeler
Shell is van (geo)politieke waarde, maar de economische argumenten om Shells
hoofdkantoor koste wat kost te behouden zijn weinig overtuigend. De
werkgelegenheid die de bedrijfsactiviteit van Shell in Nederland oplevert, staat
inmiddels grotendeels los van de juridische en fiscale structuur van het
bedrijf. Shell raakt zijn nostalgische waarde en Koninklijk randje niet zomaar
kwijt, maar onvoorwaardelijke wederzijdse liefde valt in deze relatie niet te
bespeuren.